1 april 2015
|
|
Eerste
lezing uit het boek Jesaja (50, 4-9a) De Heer heeft mij gegeven de tong van een goede leerling, zodat ik de moedeloze toe kan spreken. In de morgen wekt Hij mij op om te spreken, in de morgen wekt Hij mij op om te luisteren, zodat ik hoor wat een leerling hoort. God de Heer heeft tot Mij gesproken en Ik heb Mij niet verzet, Ik ben niet teruggedeinsd. Mijn rug bood Ik aan wie Mij sloegen, mijn wangen aan wie Mij de baard uitrukten en mijn gezicht heb ik niet afgewend van wie Mij smaadden en Mij bespuwden. God de Heer zal Mij helpen: daarom zal Ik niet beschaamd staan. Hij staat naast mij, mijn verdediger. Wie durft mij aanklagen? Laat ons tegenover elkaar gaan staan. Wie is mijn tegenpartij? Hij trede op mij toe. De Heer is mijn helper. Wie overtuigt mij van schuld? |
|
Uit
het Heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (26,14-25)
In die tijd ging één van de twaalf, Judas Iskariot geheten, naar de hogepriester en zei: “Wat wilt ge mij geven als ik Hem u in handen speel?” Zij betaalden hem dertig zilverlingen uit. En van toen af zocht hij een gunstige gelegenheid om Hem over te leveren. Op de eerste dag van het ongedesemde brood kwamen de leerlingen Jezus vragen: “Waar wilt Gij dat wij het paasmaal voor U gereed maken?” Hij antwoordde: “Gaat naar de stad en zegt aan die en die: De Meester laat weten: Mijn uur is nabij; bij u wil Ik met mijn leerlingen het paasmaal houden.” De leerlingen deden zoals Jezus hun had opgedragen en maakten het paasmaal gereed. Toen de avond gevallen was, lag Hij met de twaalf leerlingen aan. Onder de maaltijd sprak Hij: “Voorwaar, Ik zeg u: één van u zal Mij overleveren.” Smartelijk getroffen begon de één na de ander Hem te vragen: “Ik ben het toch niet, Heer?” Hij antwoordde: “Die met Mij zijn hand in de schotel steekt, zal Mij overleveren. Wel gaat de Mensenzoon heen, zoals van Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon wordt overgeleverd! Het zou beter voor hem zijn als hij niet geboren was, die mens!” Judas, zijn verrader, nam ook het woord en zei: “Ik ben het toch niet, Rabbi?” Hij antwoordde hem: “Gij zegt het.” |
|
Overweging
Wie met Mij zijn hand in de schaal doopt, die zal Mij overleveren. (Matteüs 26, 23)
|
|
Gebed Dank U, Heer, voor uw offer aan het kruis. Maak ons één in U zoals U en de Vader één zijn. Geef ons ware nederigheid en mededogen met elkaar als we samen proberen te leven voor U. Amen. |
|